zaterdag 9 december 2017

Geloof jij nog?

Tijdens een lekker en gezellig diner in een Frans restaurant (dus: kleine tafels, strakke stoelen, dicht op elkaar) vroeg een goede vriendin laatst 'geloof jij nog?' Ik maakte me er makkelijk en kort van af. Dat ik vooral geloof bij muziek, zingen dus. De vraag werd enkele keren herhaald, maar er was daar weinig gelegenheid om het uit te werken. Nu dus maar iets meer.
Als kind deed ik weinig moeite om de katechismus echt van buiten te leren. Een vraag herinner ik me toch nog wel: Wat moeten wij geloven? Alles wat de kerk ons voorhoudt te geloven als waar (of zoiets, ik kan het nu in die oude katechismus niet nakijken).
Wel, dat is er dus helemaal niet meer. Ik kan lange lijsten maken van wat er allemaal van af gevallen is, van dat Gesamtkunstwerk of dat volledig pakket, dat je als een eenheid werd geacht te accepteren als katholiek: van de onfeilbaarheid van de paus tot de maagdelijkheid van Maria en haar Tenhemelopneming. Dat laatste vond ik erg zielig: Maria met lichaam en al in de grote hemel waar verder alleen nog maar lege stoelen zijn!
Afijn dus wel heel wat schepen achter me verbrand, maar er blijft toch zoveel troost en schoonheid (eerder dan waarheid) in die oude teksten en liederen, ook in de rituelen. Geloof is geen acte van kennis maar van belangstelling, affiniteit en vertrouwen.
Toen ik op een islamitische universiteit doceerde in Indonesië (1981-1988, alweer 30 jaar geleden!) zei ik vanzelf vaak aardige dingen over de islam en kritische zaken over christendom. Dus vroegen studenten wel eens of ik van plan was om moslim te worden. Daarop antwoordde ik dan wel dat ik dat geen goed idee vond. Ik ken wel wat bekeerlingen om me heen, die dan met enthousiasme worden ontvangen, maar als muallaf of beginneling er fijntjes op gewezen wordt dat zei dit en dat moeten doen: kleding, boeken lezen, je tenen inkrimpen bij het gebed. Als je 'van muziek houdt', hoef je ook niet de hele muziekgeschiedenis mooi te vinden. Zolang je in bepaalde muziek mee kan trillen van schoonheid, houd je er van. Zolang je op die te moeilijke vragen wat (vaak halve) antwoorden vindt bij religieuze plechtigheden, ben je nog gelovig: zie je er voordeel in om daarin mee te draaien.
Voltaire zei eens iets over het nut van religie (zou uitgevonden moeten worden als het nog niet bestond) en Arabist Hans Jansen schreef een oppervlakkig en te cynisch boekje over Het nut van religie. Naast veel menselijke aberraties zit er ook wel zoveel diepgang en schoonheid in de Bachcantates, in de teksten van Bijbel en Koran, dat ik me maar gelovig blijf noemen.
Ik ben nu begonnen aan een  redelijk dik boek van 440 bladzijden: Het oerboek van de mens: De evolutie en de bijbel (Carel van Schaik en Kai Michael) dat een positieve interpretatie wil zijn van  het voordeel en zelfs de noodzaak bij de mens om zoiets als religieuze ideeën te hebben ontwikkeld. Ik ben benieuwd. De overgang van een jagercultuur, nomaden dus, naar sedentaire landbouwers is daar de 'grote fout' die via allerlei kunstgrepen hersteld moet worden. Het paradijs uit en ploeteren op de grond, mensen dicht bij elkaar en zodoende ook veel ziektes.