vrijdag 16 september 2016

Platform INS debatteert over positie Gülen in de Turkse ontwikkelingen

15 September (ook 'de Dag van de Democratie') opende Platform INS zijn nieuwe hoofdvestiging in het SamSam-gebouw vlak bij de moderne setting van het Amsterdams Slotervaartstation. Temidden van allemaal nieuwbouw die ook zo in Ankara, Montreal of Johannesburg had kunnen liggen. Het zit nu zonder duidelijke aanwijziging buiten in een nieuw, nog wat leeg kantorenverzamelgebouw, waar ze een 100 m2 hebben: een zaal van 6 bij 10, waar een 40 mensen comfortabel konden zitten op kleine stoelen en drie kantoorruimtes.
Het was natuurlijk geen echt feest, twee maanden na de mislukte coup in Turkije met intussen 100.000 mensen, vooral Gülen activisten ontslagen, waar een kwart ook in de gevangenis, met grote conflicten in de Turkse maatschappij zelf. Ik hoorde het verhaal van twee meisjes, die min dezelfde straat wonen, bij elkaar op de lagere school, toen Cosmicus College in Rotterdam. Nu gingen ze naar de 5e klas, maar de een moest van de school af omdat vader wel privé in Nederland werkt, maar vaak ook opdrachten doet in Turkije waar de regering bij betrokken is. Zo'n vriendschap van kinderen verbroken en een meisje van 16 op weg ner weg naar een nieuwe school in Rotterdam, waar ze dan volgend jaar aan een eindexamen VWO moet beginnen.
De verdeling tussen Rotterdam en Amsterdam werd mij nog niet helemaal duidelijk. Shanti Tuinstra (die ik het eerst zag bij een INS-bijeenkomst in Den Haag), trad op als gastvrouw in Amsterdam. Niet van Turkse maar van Nederlands-hindoestaanse achtergrond, geen hoofddoek, een ander gezicht. Om te beginnen interviewde zij de directrice van INS Rotterdam, Saniye Calkin (hier rechts), die ook de belangrijkste woordvoerder was bij de persconferentie van 29 Juli in Den Haag, Des Indes. Sindsdien heeft zij vrijwel dagelijks mensen van de pers te woord gestaan.

'Nooit elders heb ik een organisatie gezien die conferenties over zichzelf organiseert, maar dan liefst anderen aan het woord laat'. Was een van de observaties van Martin van Bruinessen (2e die door Shanti Tuinstra werd geïnterviewd).
Hij begon met het probleem om de Gülen-beweging te beschrijven. Er zijn veel verschillende gezichten. Als eerste noemde hij 1980 toen de Koerdische Nurcu-mensen sterk tegen de nieuwe grondwet van de militairen an de coup waren, maar Gülen er juist vóór was: hij zag die toen als de rechtse, conservatieve vleugel van de Nurcu-bewegingen Een tweede gezicht kwam in de period kort na 1990 toen de regering acties wilde gaan ondernemen in de ex-communistische landen die vroeger tot het Ottomaanse Rijk hadden behoort. Met sterke steun van de regering Özal werden er toen Turkse scholen opgericht, van Albanië tot Kazakhstan en Uzbekistan. Meer recent zag Bruinessen Gülen scholen in Zuidoost en Oost-Azië, vooral Indonesië, maar topt in Birma: Engelstalige kwaliteitscholen voor de subtop van die landen. 'Hoe langer je je met de Gülenbeweging bezig houdt, hoe ondoorzichtiger ze wordt'. Zeker met zulke diverse activiteiten.
Enige tijd geleden was Van Bruinessen echt oververmoeid. Nu nog met wallen onder de ogen, maar wel met dezelfde felle ogen en energie als de oude Snouck!
Van Bruinessen zag de verschillen tussen Gülen en Erdogan niet als gemakkelijk te definiëren zakelijke of ideologische onderscheidingen maar als gekleurd door mythische voorstellingen. De een is voor de aanhangers een Messias, absolute leider, de andere daarentegen een Antichrist, een dajjal. Er kan uiteindelijk maar één door God gezondene zijn. Het lijkt wel een soort apokalyptiek. Zes jaar geleden had een zeer goed in Turkse toestanden ingevoerde vriend hem al voorspeld dat het tot een groot conflict tussen AKP en Gülen zou moeten komen.
AKP regelt de religie via Diyanet-moskeeën, terwijl Gülen vai de scholen en HOGIAF een prominente positie in de maatschappij heeft verworven.
Van Bruinessen prees de sterke eigenschap van geweldloosheid bij de Gülen-mensen. Ze kunnen wel heel slim allerlei elementen van morele druk hanteren, maar gebruiken nooit geweld tegen dissidenten, ook niet als die zich uit de beweging willen terugtrekken. Een zwak punt is wel geweest dat zij de dialoog en contacten met niet-moslims sterk op de agenda plaatsen, maar zwak zijn geweest in hun dialoog met andere moslims.
Tijl Sunier merkte naar aanleiding hiervan op dat grote organisaties als Milli Görüs ook niet erg transparant en doorzichtig zijn. Dat hebben we ook gezien bij de ontwikkeling rond de Westermoskee in Amsterdam: de Duitse leden van MG waren vaak heel wat anders dan Haji Karacer. Ik bedacht dat er ook van grote Indonesische bewegingen als Nahdlatul Ulama en Muhammadiyah heel veel portretten te geven zijn: de mystici van Yogyakarta tegenover de politici van Jakarta, die dan in de wijken wel weer heel veel concreet goed werk doen met cursussen voor auto-monteur of naaister, waar onze bedienden in Jakarta indertijd cursussen volgden.
Jan Pronk was de tweede spreker (ook al liep ook zijn presentatie formeel via een interview). Hij vermeldde hoe hij door mehmet Cerit van Cosmicus gevraagd was om 'slaspend lid' te zijn van de raad van Advies en dat met graagte had gedaan. Hij richtte zich fel tegen minister Edith Schippers die kortgeleden voor het handhaven van 'Nederlandse superieure waarden' had gepleit. Er zijn geen Nederlandse waarden: wij staan voor handhaving van de Universele Rechten van de Mensen, het charter, de grondwet, van de VN. De Nederlandse politiek heeft de kwaliteit en de inbreng van de Cosmicus-scholen altijd zeer gewaardeerd en dat zou duidelijk gezegd mogen worden. Hij hoopte dat de nadruk op integratie eens uit het Gülen-debat zou moeten verdwijnen. Het gaat juist om diversiteit die we hard nodig hebben. Stoere woorden als 'rot op' hebben we niet nodig: die suggereren dat je rotzooi mag uit halen in je eigen land.
De Turkije-deal was schunnig want Europa werd monddood genmaakt en mocht niet meer spreken over mensenrechten in Turkije. En dat visumvrij dat had Europa moeten zien als een geschenk voor de Turkse bevolking niet voor de regering en dat visumvrij had er rustig mogen komen.
Voorlopig zou in ieder geval deëscalatie een belangrijk ideaal moeten zijn. Een de gang naar de rechter was misschien toch niet zo verstandig. Wel moet de politie betrokken worden bij serieuze bedreigingen. En die lange arm van Erdogan: zoiets is er ook bij Eritrea, was er bij de Tamils, zelfs bij Zuid-Afrika in de tijd van Apartheid.