vrijdag 27 november 2015

Kunst der Fuge: vluchten kan/hoeft niet meer

Afgelopen woensdagavond, 25 november, speelde Holland Baroque in kleine bezetting de Kunst der Fuge van J.S. Bach. Een soort pianokwintet: vier strijkers, plus klavecimbel. Zoiets dus als de bezetting van het Forrellenkwintet van Schubert. Naast onze twee nichtjes, Tineke en Judith Steenbrink, waren het een kernlid Esther van Eijk op de altiool, Nadine Henrichs, viool,en een krachtige sterke spelende cellist, Tomasz Pokrzywinski. De muziek is veel meditatiever, verstilder vaak dan het Forellenkwintet, en klavecimbel ook minder sterk aanwezig dan een vleugel: dus in een prachtige setting van de Lutherse Kerk in Utrecht zaten we in een grote kring om de vijf heen.
Na afloop maakte iemand nog een foto van uitvoerders en publiek.
Thuis gekomen zetten ik de CD op van Glen Gould: in de stille passages ook mooi, maar erg agressief bijna in de snellere delen, waar het hier ook meditatief mooi bleef. Mooiste vond ik het tweestemmige aria-achtige duet van Judith op de viool met een Tineke die eenstemmig op het klavecimbel speelde. Meer hoet niet.
Ik merkte dat ik steeds één stem volgde. Die muziek is zo dat je bijna automatisch een stem eruit als belangrijkste eruit haalt, en de rest maar een beetje laat meeklinken, zoals je in een café gesprek uit alle geluiden er eentje als belangrijkste uitpikt. Dank je wel, Holland Baroque.