vrijdag 13 november 2015

Ruzie om de verpakking: lectoraat etnisch divers ondernemen

In deze tijden van Sinterklaas en aankomende Kerst krijg je bij veel winkels de vraag: is het een kadootje? En moet er dus kado-papier om heen? Dat doen ze automatisch in de boekhandel, bij de geurtjes van Rituals en de duurdere shampoo, douchegel en dergelijke. Het zorgt wel voor langere rijen in de winkels. En die studenten die zijn ingehuurd om op zaterdag de kassa te bedienen zijn er ook nog niet eens handig in!
Een wat eigenaardige ruzie over een ander soort verpakking maken we in deze tijd ook mee. We spreken over het cadeau dat de Nederlands-Turkse ondernemersvereniging HOGIAF heeft gegeven aan de Hogeschool INHolland. Het gaat om een bijzondere lectoraat dat (voor 33%) wordt betaald door de Turkse ondernemers. Bijzondere leerstoelen en lectoraten bij universiteiten en hogescholen zijn er vele. Een onderzoek door de Volkskrant uit 2012 meldt dat er van de 5.617 universitaire hoogleraren bijna 20% bijzondere hoogleraren zijn. Bij de hogescholen zijn de lectoren de topdocenten. Daaronder is ook een aantal dat voor 20-40% wordt betaald door externe fondsen.
Externe fondsen hebben belang bij goed onderzoek en onderwijs naar hun specifieke doelstellingen. Die zijn zeer gevarieerd. Oxfam-Novib, maar ook de Rabobank zijn sponsors van leerstoelen. En de medicijnenindustrie. Ook de Unie van Baptisten en de Gereformeerde Bond waren in mijn Utrechtse tijd sponsors van bijzondere leerstoelen aan de universiteit Utrecht.
De sultan van Oman steunt sinds begin 2008 de bijzondere Leidse leerstoel van Maurits Berger als Hoogleraar Islam in de Westerse Wereld. Diezelfde sultan financiert overigens ook een leerstoel watermanagement  (Prof. Schotting) in Utrecht. De donor krijgt naamsbekendheid, extra aandacht voor het eigen belang, inbedding in een academische setting. Maar de donor moet beloven van de inhoud van het vak af te blijven, daarvoor is academische vrijheid heilig. En ook bij de benoeming van de persoon zelf heeft de universiteit of hogeschool het recht van spreken. Deze docenten worden op eenzelfde manier beoordeeld op hun functioneren als anderen. De universiteit krijgt door deze constructies extra geld en kan ook aan zijn maatschappelijke opdracht makkelijker invulling geven. Voor kleinere faculteiten of vakgroepen is het bovendien zo goedkoop om iemand hoogleraar te maken en promotierecht te geven.
Maar nu kwam onlangs SP kamerlid Sadet Karabulut in opstand tegen het HOGIAF Bijzonder Lectoraat over etnisch diverse ondernemen in Den Haag (voor Gürkan Celik). Zij nam de beproefde weg. NRC journalist Andreas Kouwenhoven schreef er op haar aanwijzing een artikeltje over in NRC (30 okt) en daarop kwamen er van haar op 10 november kamervragen: of er in Nederland geen scheiding is van kerk en staat? Of de 'diep-religieuze en omstreden' Gülen-beweging wel binnen het Nederlandse onderwijssysteem geduld kan worden'.  Ik dachte: als de Gereformeerde Bond een hoogleraar mag sponsoren waarom, de Gülen-mensen dan niet? Als je internationaal zaken doet, kom je andere mensen dan Nederlanders tegen. Bij de bespreking onlangs van twee boeken over Gülen bleek onlangs ook al dat de Amerikanen zoveel meer religie in het openbare leven stoppen dan momenteel veelal in het sterk seculiere Nederland gebeurt. En hoe als je zaken doet met Turkije? Daar is religieuze stellingname ook een vanzelfsprekende, zij het ook wel gevoelige positie waarmee men rekening houdt. Religie is in Nederland niet verboden, integendeel, het is nog steeds relevant voor veel zaken. En vooral bij internationale betrekkingen zouden wij er goed aan doen te beseffen dat het seculiere West-Europa wereldwijd een grote uitzondering is.
INHolland kreeg van HOGIAF een cadeau, dat het graag heeft geaccepteerd, want wie kan ons beter voorlichten over internationaal zaken doen dan Nederlanders die deze andere culturen helemaal kennen? INHolland kreeg een cadeau in een mooie verpakking. HOGIAF heeft namelijk een Gülen-achtergrond, wat dat ook moge betekenen. Hier past niet eens het spreekwoord dat je een 'gegeven paard niet in de bek mag kijken'.  In dit geval mag het zeker wel en levert het alleen voordeel op. Behalve in geval bij de echte querulanten en angsthazen.
De verpakking van dit cadeau of bijzonder lectoraat is de spiritualiteit van de Turkse meester Fethullah Gülen. Dat is een persoon die prediker, sociaal activist en mystiek leider-op-afstand is. Hij heeft geen echte organisatie opgericht, maar een veelvoud van initiatieven komt wel uit zijn inspiratie voort. Daar horen discussie-centra bij. Het Nederlandse Platform INS in Rotterdam stelt dat ook onomwonden in zijn website: “INS put haar inspiratie onder andere uit de inzichten van M. Fethullah Gülen, een vooraanstaand islamitisch geleerde en filantroop. Gülen poogt moderniteit en authenticiteit, en spiritualiteit en wetenschap met elkaar te verzoenen. In deze hoedanigheid is hij een van de invloedrijkste hedendaagse leiders met een vreedzaam geluid, die zich inzet voor maatschappelijke en spirituele vernieuwing.” Andere organisaties, zoals bijvoorbeeld HOGIAF zijn wat zuinig met het noemen van Gülen. Dat is misschien onverstandig. Je kunt er beter maar eerst zelf over beginnen, op een trotse manier. Je hoeft je nergens over te schamen als je hem tot voorbeeld neemt. Dat is ook beter dan te wachten totdat anderen erover beginnen, want dan wordt het gezeur, onwaarheid en laster. Nu kwam er een probleem van SPer Karabulut en moet INHolland zich, ietwat onhandig dus, met de nieuwe lector gaan verdedigen. Maar dat zal wel gaan lukken. Het is meteen al een mooi voorbeeld van intercultureel uitwisseling doen.