donderdag 30 april 2015

De liefde van Johan Goud

Johan Goud heeft afscheid genomen van zijn aanstelling als Hoogleraar Religie en Zingeving in literatuur en kunst met een 2-daags symposium onder de titel Eros en LiefdeI. In twee dagen een grote keur van zo'n 20 sprekers. IK heb er (meestal) geweldig van genoten, maar ga het niet allemaal precies uitwerken.
Ik had het kleine fototoestel bij me, waarmee je in een donkere ruimte maar moeizaam foto's maakt op afstand. De Boothzaal is er roodzwart, een soort pijpela, wel modern, groot scherm, maar de meesten deden niet veel met moderne media. Johan Goud zelf al helemaal niet. Hij zette alleen (te) veel tekst op een Powerpoint.
De eerste dag had een hoog Universiteit voor Humanistiek-gehalte. Daar zitten de godsdienstfilosofen! Zeker nu in Utrecht de kerkelijk opleiding weg is. Openingslezing was voor  Lauren ten Kate van de UvH over een filosoof die ik niet kende, George Bataille, die een Erotomytische filosofie schreef, met een hoog Jezusgehalte: Wie zich zelf wil zijn kan dit alleen door zich te verliezen.. Hij stierf in 1962 en veel van zijn werk gaat over de strijd tegen het fascisme. Dit was voor mij eerste kennismaking en kon ik dus alleen plaatsen binnen quotes die erg op die van het Markus-evangelie lijken.

Paul Moyaert uit Leuven heel mooi over de nacht van de mystiek (joh. van het Kruis: dat soort psychologiseringen kom je bij Islamitische mystiek niet tegen). Het lijkt dan niet leuk om mysticus te zijn. Zo diepgaand ben ik het zeker niet, hooguit meer filosofisch!
Hans Alma (UvH) and Johan Goud  bij een nabespreking van de lezing Eros, religie, kunst in de publieke ruimte. Zij begon met die prachtige spiegelbol/ei in Chicago, de Cloud Gate en een thema waarover ik ook recent schreef: het museum als vervanging van de kerk als plaats voor beschouwing, sociale cohesie, opening naar nieuwe inzichten. - Johan Goud had het in zijn slotoratie op de vrijdag over het boek, zelfs ietwat patetisch dat wij Sein zum Buch. Toen dacht ik dat wij meer van het blog dan het boek zijn, maar van de korte zinnen dan van de lange betogen, van de heldere one-liners en niet zozeer van de ingewikkelde gedichten. Maar dit is nog ietwat voorbarig geconcludeerd. Johan Goud baseerde zijn betoog op het taalgebruik van de Frans-Joodse filosoof Jacques Derrida. Ik besefte dat ik eigenlijk de filosofie niet heb bijgehouden. Merleau-Ponty, Heidegger, Sartre, Gabriel Marcel, dat waren de moderne filosofen die ik tot 1967 heb gelezen. En wat daarna kwam is een beetje buiten mijn radar gebleven. Hij citeerde wel heel mooie gedichten, maar als je in de corona zit, maak je geen aantekeningen en ik wacht dus de volledige tekst van die slotoratie nog maar even af.
Mustafa Stitou heb ik zo'n ruim 20 jaar geleden als eens besproken in hettijdschrift Begrip Moslims-Christenen. Ik heb de bundel gedichten nog: Mijn Vormen uit 1994. Hij bespreekt kort moderne momenten in niet te ingewikkelde beschouwingen. Hij opende de tweede dag onder meer met een komisch gedicht over een plastisch chirurg.
De titelpagina van die eerste bundel is ook mooi:
Wat komt uit Fez,
draagt zesenzestig jurken?
Maïskolf, maïskolf
Stitou ging ook in op de oudste liefdesliteratuur van Europa: de provencaalse uit de 12e eeuw, helemaal geënt op Spaanse islamitisch mystieke dichtkunst Rumi is zijn grote voorbeeld.
 Maarten van der Graaff was strudent theologie aan UU, schreef bekroonde poëzie. Leuke, soms wat lastige gedichten. Zalig de mijnwerkers, zij hoeven geen gedichten te schrijven. Zoals meerderen op deze tweede dag over Gorter en de nieuwe wereld waar hij van droomde, maar ook de twee vriendinnen die hij gescheiden hield.Vooral Elsbeth Etty maakte zich daar wat boos over. Afijn heel veel flarden moois, ook van de grote namen die er waren als Oek de Jong, Arnon Grunberg. En dat allemaal tegen de achtergrond van die grote tapijten over de engel die ons hielp in de strijd tegen de Spanjaarden en bij de Vrede van Utrecht in de grote Aula, 24 april 2015. Dadelijk (volgend jaar) allemaal te lezen in de nog uit te geven boeken).
\Over erotiek of met name sexuele verlangens en daden ging het hier bijna niet. Iets bij bespreking van Marlene Dumas door Dominic van den Boogerd, beetje veel heel netjes bloot bij Arent Weevers. Eros is hier vooral verlangen naar hogere dingen, personen. Smachtend dus, altijd onvervuld of nooit genoeg. Zelfs Karl Barth en het Ganz Andere kwam nog en Barth heeft bij mij nooit associaties aan erotiek gewekt.
Ook in twee dagen werd dit verlangen niet helemaal uitgesproken. Er waren wel prachtige woord-meditaties (meer dan de beeld-meditaties) en die waren zeer aantrekkelijk.